De zin en onzin van diagnoses in de psychologie/psychiatrie

De zin en onzin van diagnoses in de psychologie/psychiatrie

In de Trouw van 26/01/2013 stond een artikel van psychiater Jim van Os die mij uit het hart gegrepen is.

Er verscheen een interview met ‘snoeiharde opvattingen‘, zoals de journalist het noemt, van psychiater Jim van Os over de nieuwe DSM-5. Van Os is medeopsteller van dit psychiatrische handboek. Het handboek wat wordt gebruikt door psychologen, psychiaters en huisartsen om diagnoses te stellen en een “gelijke taal”te spreken.

Een soort zeventiende-eeuwse geneeskunde!
Van Os: “Dat is hét grote probleem van de psychiatrie. Er worden geen oorzakelijke diagnoses gesteld – niet zoals een sputumkweek bij tuberculose. Eigenlijk is het een soort zeventiende-eeuwse geneeskunde: je hebt koorts, of koorts met bloedplassen.
Op dat niveau zitten we in de psychiatrie. We hebben nog geen enkele test, voor geen enkel psychiatrisch ziektebeeld. Omdat we het brein niet begrijpen.

Wat is het nut van een diagnose
In tegenstelling tot Dick Swaab vindt Van Os dat wij ‘niet ons brein zijn‘: “Hoe brein en geest zich tot elkaar verhouden, weten we gewoon nog niet. Wat is het nut van een diagnose? In principe is het niet meer dan een uitspraak, op basis van de klachten, over wat je als patiënt kunt verwachten, en over een passende behandeling. Het probleem is dat diagnoses in de praktijk veel meer betekenen. Door het woord schizofrenie te gebruiken geef je er betekenis aan: het is iets heel ergs. Voor patiënten is de boodschap dat ze een ziek brein hebben en dat ze levenslang pillen moeten slikken.

Etiketteringsindustrie
Ik kan helemaal mee gaan met van Os, hij zegt dat er zoveel verschillen zijn tussen depressieve patiënten, dat je net zo goed het label kan weglaten.
We hebben in deze maatschappij een etikettering industrie. Dat op zich is nog niet het probleem, wel als het niet wetenschappelijk te verantwoorden is, en het moet duidelijk zijn wat de behandeling en de prognose is.
Antidepressiva bijv. worden bij allerlei andere aandoeningen ook gegeven, dwars door diganose van de DSM heen. In een volgend blog zal ik meer schrijven over anti depressiva.

Doet het levensverhaal van de mens er nog toe?
Van Os onderschrijft dat psychiatrische ziektebeelden teveel uitgaan van symptomen die braaf allemaal tegelijk ontstaan door een genetisch probleem.
Gelukkig denk ik dan maar. Er is weer iemand die breder durft te kijken. Soms is er een logisch oorzaak- gevolg verhaal. Bijv. Als je somber bent, ga je vanzelf denken dat mensen negatief over je denken. Die gedachten kunnen stemmen in je hoofd worden, dan ga je je terugtrekken en gaat niet meer de deur uit. Etc. etc. We moeten kijken naar de context waaruit de mens komt en hoe symptomen zijn ontstaan

En tot slot, zijn wij blij met de diagnoses?
Merkwaardig is, om te observeren in mijn praktijk ,dat toch een aantal mensen opgelucht zijn als er een diagnose als depressie, angst stoornis of een aan autistische verwante stoornis is vastgesteld. Veranderd er iets in hun situatie, is de angst, het gedrag of stoornis minder? Nee, zeker niet. Maar het heeft een naam en dat blijkt veiligheid te geven.

Bij een niet gecompliceerde beenbreuk weten we dat na 6 weken gips de botbreuk is genezen. Zo is het met geestelijke aandoeningen niet. Ieder mens heeft een andere geschiedenis en een andere benadering nodig. En je kan niet stellen dat je na 6 gesprekken weer een ander mens bent. De geest van de mens blijft voor een groot deel nog steeds ondoorgrondelijk.

En doordat te erkennen is psychiater Jim van Os een pionier op eigen vakgebied, die weer durft te benoemen dat in dit vak niet alles maakbaar is, al doen we dat onszelf dat geloven door een handboek met diagnoses te hebben.